Tussendoortje

Er was in Volendam een smid
Met een voortdurend hard lid
Een vol meisje en zingen
ja die dingen

maakte de vurige man rustig, week
en gelukkig als zij maar keek
haar vormen en gebit
brachten de smid in het gelid

Niet bitter zoet maar een lekkere taart. (proloog)

Mijn Heleen kwam de trap af voor mijn acht jaar jongere zus uit. Toen ze me zag straalden haar ogen, haar mond viel een beetje open en als door een koude wind geraakt verschenen kroontjes in het witte t-shirt. Een onvergetelijk moment.



Jaren later ben ik eens een paar keer met haar uitgeweest en hebben we elkaar gezoend en betast. Dat stukje nougat smaakte goed. Maar zij hield denk ik meer van chocola en verder dan oeleboele zijn we niet gekomen maar wat had ik haar graag genomen. Toen. Ja toen.

wordt vervolgd...



© pw 2009